Bosrestaurant weer op de kaart
Veertien maanden na verwoestende brand is het Bosrestaurant in Joppe heropend. ,,Helemaal nieuw, maar het voelt als vertrouwd.”
‘Je kunt het je bijna niet meer voorstellen, hè? zegt Riska van Til. ,,De brandhaard was daar, boven de trapopgang, je keek zo de hemel in.” Riska is samen met haar zus Gerdie Oostenenk en hun partners Ton van Til en Jeroen Wendt eigenaar van het restaurant waar op 6 november 2018 het noodlot toesloeg. ,,Ik kreeg weer kippenvel toen bij een speech, vrijdagavond, de herinneringen aan de brand bovenkwamen. Wat waren we machteloos en wat waren we aangeslagen. Toch wisten we eigenlijk meteen al, ondanks alles, dat we een doorstart wilden maken.”
Die speech was bij een koud en warm buffet voor iedereen die de afgelopen maanden hard heeft gewerkt om het Bosrestaurant uit de as te doen herrijzen. ,,Complimenten aan alle bedrijven, wat een inzet en wat een vakmanschap”, zegt Ton van Til. ,,Dat buffet hebben ze echt verdiend”, zegt Riska. ,,We konden ze tijdens de werkzaamheden niet eens koffie aanbieden. Hebben onze eigen thermoskannetjes maar van huis meegenomen.” Ze kunnen er nu om lachen, het leed is geleden. ,,Opvallend dat je het best snel van je af kunt zetten”, zegt Jeroen Wendt. ,,Je ziet de foto’s wel, en je weet het natuurlijk nog, maar het lijkt alweer ver weg.”
Daarbij speelt uiteraard mee dat zich geen persoonlijke ongelukken hebben voorgedaan en, zegt Ton, dat tenminste de vier buitenmuren – kantje boord – overeind bleven. ,,We konden het authentieke van het pand behouden. Dat krijg je nooit meer terug als je nieuw had moeten bouwen.” Het zou eeuwig zonde zijn geweest voor het restaurant dat blijkens oude foto’s al in 1910 bestond. ,,Een hele verantwoordelijkheid”, zegt Jeroen Wendt. ,,Die historie kregen we er bij de inboedel als het ware bij.” Hij lacht, net als de anderen. Het feestgevoel overheerst.
Alles is bij het oude gebleven, een argeloze wandelaar uit de Randstad die niets van de brand heeft meegekregen, zou het vele werk misschien niet eens opmerken. Riska van Til: ,,Dat was ook de bedoeling. Fijn om te horen. Maar wat je niet meteen ziet, is dat we veel dingen een stuk efficiënter hebben kunnen maken. Het schoonmaken is nu makkelijker, de routing is verbeterd, de uitgiftebalie vergroot. Omdat de regels op dat gebied zijn veranderd, moest afwatering op eigen grond worden geregeld. We hebben een grote zinkput geplaatst.”
Riska heeft toch nog een verrassing in petto: de bovenverdieping. De trap op, langs de plek waar je die nacht de hemel kon zien, naar wat vóór de brand een woonruimte was met drie slaapkamers. Die is omgetoverd tot vergaderzaal. Een zaal met magische trekjes. ,,Kijk, hier heb je prachtig uitzicht over de Joppelaan. En aan de andere kant op het bos.”
Beneden komt ondertussen het personeelsfeestje op gang. Er werken, iedereen meegeteld, 25 à 30 mensen in het Bosrestaurant. ,,Weet je wat zo geweldig is?” zegt Ton van Til. ,,Bijna iedereen van vóór de brand is terug.” Een aantal heeft trouwens tijdens de bouwwerkzaamheden ook nog hand- en spandiensten verleend, zegt personeelslid Jeroen, die achter in het restaurant met collega Kim staat te praten.
,,Het voelt goed”, zegt Kim. ,,Het is helemaal nieuw, maar het voelt als vertrouwd.” En Jeroen zegt: ,,Misschien moet je ons ook geen personeelslid of werknemer noemen. We zijn gewoon één grote familie.”
Bron: De Stentor 13 januari 2020